Waarom ik doe wat ik doe!

Iedere naaste die niet voldoende gezien-gehoord-ondersteund wordt, is een potentiële toekomstige cliënt in de GGZ!

10 jaar was ik toen mijn moeder van het ene moment op het andere in de GGZ belandde als gevolg van een traumatische gebeurtenis met politie. Dat was in 1980. Mijn ouders zijn van de eerste generatie Turkse gastarbeiders. Zij beheersten de Nederlandse taal niet. En wij, de vier kinderen in de leeftijd van 5 tot 15 jaar, moesten overal tolken. Bij de psychiater, met politie en de instelling tijdens crisisopnames en ga zo maar door. In die tijd en ook in de vele jaren daarna heb ik iets heel essentieels gemist in de hulpverlening: oog voor de identiteit van de mens, hoe ziet het levensverhaal eruit, en oog voor de naasten. Terwijl mijn vader met zijn drie-ploegen werk in een fabriek zorgde dat er brood op de plank kwam, zorgden wij voor onszelf en elkaar. Ooms, tantes of andere familie waren er immers niet, die woonden allemaal in Turkije.

Hoe kun je zo leven? Niet, het was geen leven maar overleven. In die situatie kun je er op wachten dat een of meerdere gezinsleden ook in de GGZ belanden. Precies dat overkwam mijn jongste broer rond zijn twintigste. Hij kwam ook in de psychiatrie terecht. Zelf was ik op zich aardig doorgegaan. Getrouwd, banen, drie kinderen grootgebracht. Tot ik er rond mijn vijftigste bij neerviel. Na een echtscheiding kwam ook ik in 2019 tegenover een psychiater te zitten. Vanachter zijn tafel vroeg hij me naar mijn klachten. Niet kunnen slapen, constant trilgevoel in m’n lichaam, geen concentratie, niemand willen zien en eigenlijk niet meer willen leven. De psychiater hoorde het aan, dacht even na en binnen een uur stond ik buiten met een recept voor een antidepressivum. Het wondermiddel zou mij van al mijn klachten afhelpen. Maar zo ging het niet. Het werd alleen maar erger en na een tijdje stopte ik zelf abrupt met de medicatie. Ik had 40 jaar lang gezien hoe m’n moeder en daarna broer ervan afhankelijk waren geworden. Ik paste ervoor. Omdat ik in de ziektewet zat was ik kort daarvoor gestart met een re-integratietraject van het UWV. Ik kwam terecht bij een coach die zich een Secure Base noemde.                 

De Secure Base Coach die mijn leven veranderde, door mij:

  • Welkom te heten
  • Aan te kijken
  • Met haar hart te luisteren
  • Dichtbij te komen
  • Mijn trillende handen vasthouden
  • En die bevrijdende woorden te zeggen “Meid vertel me, wat is jou toch overkomen?”

Vanaf dat moment is mijn leven totaal veranderd. Vanaf mijn 10e was ik doorgegaan. Trauma wordt nooit op het moment zelf (h)erkend als trauma. Je verdringt het. Soms jarenlang, maar je onderbewustzijn en lichaam slaan de pijn op. Pas rond mijn 50e durfde ik de rouw aan te kijken, om een moeder die ik wenste maar niet had. Onder deze liefdevolle begeleiding van een Secure Base Coach is mijn leven totaal veranderd.

In 2021 heb ik de opleiding Secure Base Coachen gedaan bij de School voor Transitie. Een coachingsvorm waarbij systeemgericht met verlies en rouw gewerkt wordt. Voor het eerst in mijn leven werd ik me bewust van mijn ‘levend’ verlies en hoe dit had doorgewerkt in onze levens. Mijn hechtingspatronen en familiesysteem analyseren zorgde ervoor dat ik bewust kon rouwen, iets wat helend werkte.

Trauma die ergens ontstaan is, kan voor hele generaties lang pijn zorgen. Doordat ik de ongeleefde levens van mijn moeder, vader en broer had gezien wist ik één ding tijdens de opleiding al. Het is mijn roeping om van betekenis te zijn in de psychiatrie. Inmiddels werk ik hier op diverse fronten aan.

Bij de Dimence Groep in Deventer, waar mijn broer onder zorg is, zit ik in de Adviesraad Naasten. Daar adviseer ik, samen met een aantal andere naasten, de directie in thema’s die naasten en cliënten aangaan. Daarnaast neem ik deel aan verschillende werkgroepen van Hogeschool Windesheim en Christelijke Hogeschool Ede. Het doel is werken aan goede samenwerking in de zogeheten triade (hulpverlener-cliënt-naaste).

Ik heb meegewerkt aan een documentaireserie (Kanaal Sociaal) over mantelzorg van Omroep Human, met daarin aandacht voor de onzichtbare kant van mantelzorg in de psychiatrie.

Tussen alle drukte door werk ik zo af en toe aan een boek waarvan ik zeg dat het er ooit gaat komen. Een ‘hoopvol’ verhaal zoals mijn uitgever, Uitgeverij De Graaff te Utrecht, het noemt. Een boek dat troost kan bieden voor een ieder die zich herkent als naaste, en voeding voor professionals in het werkveld.

MIJN MISSIE:

Bijdragen aan een wereld waarin we anders kijken naar psychisch leed. En anders werken met mensen die daarmee te maken hebben.

Vanuit menselijke nabijheid met oog voor naasten.

Daarmee kan onnodig leed in de wereld voorkomen worden!

Van professionele afstand naar menselijke nabijheid!